De Inspectie voor de Gezondheidszorg en veldpartijen in de langdurende zorg hebben een intentieverklaring ondertekend om met ingang van 2011 het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen in de zorg terug te dringen. Ook is afgesproken dat het gebruik van onrustbanden vanaf 2011 alleen nog onder zeer strikte voorwaarden is toegestaan. Ook Zuidwester wil het gebruik van alle fysieke beperkende maatregelen verantwoord afbouwen en neemt daarom deel aan het Verbetertraject Ban de band.
Het Zorg voor Beter Verbetertraject Ban de band, uitgevoerd door kenniscentrum Vilans, biedt organisaties in de verstandelijk gehandicaptenzorg en ouderenzorg ondersteuning bij het verantwoord afbouwen van alle fysieke vrijheidsbeperkende maatregelen. De startbijeenkomst van dit project heeft op 19 april jl. in Utrecht plaatsgevonden. Het gehele traject zal ca. negen maanden duren en gefaseerd in de gehele organisatie ingevoerd worden.
Minder vrijheidsbeperking kan en moet
De negatieve gevolgen van fysieke vrijheidsbeperking zijn aanzienlijk: angst, depressie, meer onrust, een toenemend gebruik van medicijnen (psychofarmaca) en een groter risico op incontinentie, decubitus en fysiek letsel. Per jaar overlijden bijvoorbeeld nog steeds drie mensen door (foutief) gebruik van onrustbanden. In 2008 waren dat zelfs acht mensen. Uit de internationale literatuur blijkt dat het niet gebruiken van vrijheidsbeperkende maatregelen, zoals onrustbanden, tafelbladen of plankstoelen, weliswaar leidt tot meer vallen, maar dat hierbij niet meer letsel optreedt (Neufeld, Libow et al 1999).
Resultaat is het bewijs
Vilans is in 2009 gestart met een pilot van het Verbetertraject Ban de band. Uit dit traject bleek dat er voldoende alternatieven zijn waarmee zorgorganisaties toch veilige zorg kunnen bieden. In 2009 brachten de dertig deelnemende organisaties het aantal onrustbanden terug van 334 naar 120.